Ik geloof dat wij als mensen voortdurend betekenis geven aan onze ervaringen. Met verhalen, groot en klein. Een zo’n verhaal wil ik graag met je delen, als kadootje om uit te pakken en een tijdje met je mee te dragen in deze tijd. Het is een verhaal over een Russische tsaar met zijn midlife crisis. Of een verhaal over weten wat nodig is, en wanneer. Ik moest eraan denken toen ik de afgelopen week ergens met mijn hoofd in de wind liep en een idee kwam aanwaaien.
Eigenlijk was het minder een idee dan een inzicht in een van de lessen die Japanse budō me leren. Budō? We vertalen het in het Nederlands meestal als ‘krijgskunsten’. Je weet misschien wel dat de ai uit Ai-opener is ontleend aan het Japans. Het betekent onder andere verbinding en harmonie, en zo wordt het ook gebruikt in het woord Aikidō. Eigenlijk betekent het woord dō niet ‘kunst’, maar ‘weg’. Dat woord gebruiken we in het Nederlands niet zo snel voor iets in je vrijetijd. Iets is een vaardigheid, een activiteit, een hobby, een sport, een beoefening. En als het meer wordt dan dat, vooruit: een kunst. Maar een ‘weg’? Komend jaar is het 30 jaar geleden dat ik begon met Aikidō, een budō. 10 jaar later begon ik met Jodō, een andere budō. Aikidō, Jodō en Geweldloze Communicatie zijn voor mij een kunst én een weg.
Maar goed, ik liep, en ik was in gesprek. Het ging over hoe makkelijk een keuze wordt, als ik van binnen helder heb wat belangrijk voor me is. Over hoe lastig keuzes voor me kunnen zijn, als ik niet weet waar het me in de kern om gaat. En dat het een kunst kan zijn om even te kunnen wachten met kiezen. Net iets langer te kunnen uitstaan dat er onrust is en ongemak. Dát is voor mij een van de lessen uit budō: de kunst van te kunnen wachten. Te weten wanneer het tijd is voor actie en wanneer niet. Als het zwaard naar beneden komt, is er één moment om in actie te komen. Niet eerder en niet later. Dat is geen wetenschap, maar kunst, zoals dat ook in communicatie geldt: weten wanneer te luisteren en wanneer te uiten bijvoorbeeld, of wanneer woorden te gebruiken en wanneer stilte. Wanneer hebben we het over de afspraken rond Corona en wanneer over hoe bezorgd ik ben en hoe boos jij bent?
Ook een Russische tsaar worstelde hiermee, zo gaat het verhaal. Ik hoorde ervan tijdens een periode dat ik in Siberië verbleef voor archiefonderzoek. “Hoe weet ik wat ik moet doen?” vroeg de tsaar zich af. “En als ik dat al weet, met welke mensen moet ik dat dan doen, en wanneer?” Je ziet hem zitten in het Kremlin, vertwijfeld op zijn troon. Midden in een midlife crisis, zou ik nu zeggen, al noemden ze dat toen natuurlijk niet zo.
Geen van zijn raadsheren kwam met een antwoord dat hem rust gaf. Een van de schoonmakers aan het hof hoorde de tsaar mopperen en morren. Hij schuifelde al vegend naar de troon en fluisterde de tsaar toe: “Ze zeggen dat er een boer is in Tobolsk die het antwoord weet op uw vragen…” De reis van de tsaar was vol avontuur en een verhaal op zich, maar dat vertel ik een andere keer. De korte versie is, dat de tsaar vol ongeduld en 33 dagen later aankwam bij het land van de boer. De boer was niet onder de indruk. Niet van de tsaar en niet van zijn vragen. Hij humde wat en ging door met ploegen.
Als mensen met roem en macht ontmoet worden met gelijkmoedigheid, kan dat een ontluisterende ervaring zijn. Ook de tsaar was van zijn stuk. Kwaad riep hij: “Weet je wel tegen wie je spreekt? Ik ben de tsaar nota bene!”
Ook dit maakte geen indruk op de boer, die doorging met zijn werk.
Daar stonden ze bij elkaar: de tsaar met zijn onmacht en de boer met zijn ploeg.
Op dat moment wankelde een zwaargewonde man het veld op. Voor de ploeg stortte hij in elkaar. De boer zei tegen de tsaar: “Help me om deze man naar mijn hut te dragen.”
“Zul je me dan antwoord geven?” vroeg de tsaar. De onrust in zijn hart was blijkbaar ongemakkelijker dan de aanblik van een man met gapende wonden.
Met een zucht antwoordde de boer: ”Straks…” waarna ze samen de man naar de hut brachten en daar zijn wonden verzorgden.
“Nou, nu dan! Geef je me nu antwoord op mijn vragen?” vroeg de tsaar toen de man in slaap gevallen was en geur en damp van de zwarte thee de hut vulden.
“Je kunt naar huis,” zei de boer, “Je hebt je antwoorden.
Wat te doen? Wat op je weg komt.
Met wie? Met de mensen die er dan zijn.
Wanneer? Op het moment dat het zich voordoet.”
Daar stopt het verhaal, maar met wat verbeeldingskracht kun je de reactie van de tsaar voor je zien: Grote ogen met vraagtekens erin, verstild, van zijn stuk. Hij draait zich om, de keizerlijke mantel hangt opeens niet zo vorstelijk meer om de hangende schouders. En dan 33 dagen terug in zijn rijtuig naar zijn warme paleis. Kauwend op hoe eenvoudig het lijkt te zijn.
Namens het hele Ai-opener-team wens ik je de komende dagen rust en helderheid toe. Rust te midden van alles wat onzeker is en helderheid die ingewikkelde keuzes lichter maakt!
Christiaan Zandt van Bisho