Voeten op de grond en mijn hart zacht!

Hoe onderscheid je wat belangrijk is en wat niet, wat werkt en wat niet werkt? Ernest Hemmingway, de schrijver, noemde zo’n innerlijke ‘crap-detector’ één van de belangrijkste instrumenten voor een schrijver. Ik heb er thuis 3: in mijn vrouw en 2 kinderen. Zij wijzen me erop wanneer ik het één zeg en het ander doe. Zoals afgelopen week.

Ik vertelde al slenterend aan mijn oudste zoon van 13 dat aan de Rijksuniversiteit Groningen een onderzoek start naar de beïnvloedbaarheid van mensen voor nieuws. We waren net langs een billboard gelopen waarop mensen werden opgeroepen zich te laten vaccineren. Iemand had er met zwarte verf het woord ‘GIF’ overheen geschreven.
“Ik vind dat heel interessant,” mompelde ik vaderlijk voor me uit, “om zo beter te begrijpen waarom mensen de dingen geloven die ze geloven”.
Na een korte stilte voegde ik eraan toe: “… niet dat mensen die iets anders geloven dan ik, voor mij ook automatisch een wappie zijn hoor!”
Mijn zoon lachte en vulde aan: “…maar eigenlijk vind je dat wel, of niet?!”
Hij sloeg de spijker op zijn kop.

Ik deel het hier met u omdat het mij de afgelopen weken weer zo duidelijk werd dat de talige kant (de woorden) van Geweldloze Communicatie voor mij niet de grootste uitdaging vormt. Ik zal het maar eerlijk zeggen: soms vind ik u een wappie. Of ten minste niet zo handig in uw communicatie. Of wat lichtgeraakt door ervaringen die u misschien nog niet heeft verwerkt. Voordat u afhaakt: Ik geloof dat dit totaal niets over u zegt, en alles over mij. Oordelen over anderen zijn uiteindelijk tragische uitingen van onze behoeften, tipt Marshall Rosenberg.

Herkent u dat? Aan de buitenkant lukt het om verbinding en zorgzaamheid te beoefenen, terwijl aan de binnenkant soms ongemerkt een brei aan meningen en emoties óók ruimte nodig heeft. De motorrijders die op zondagmiddag over de wegen in onze buurt rijden, werp ik nauwelijks nog kwade blikken toe. Al vind ik het ronduit asociaal dat mensen op hun stinkmachines het woongebied van anderen tot hun speeltuin maken. De telemarketeer die zegt dat ze niet snapt waar ik zo’n probleem van maak, antwoord ik nog met ‘Zullen we ons gesprek dan hier afronden?’ Al ontplof ik van binnen dat iemand met het empathisch vermogen én het intellect van een amoebe mij door de telefoon de les leest. Dat soort situaties. Geweldloze communicatie beoefenen helpt mij om stap voor stap geweldloos te leven, en soms heb ik een crap-detector nodig om weer even onder ogen te zien waar, onder een laagje tevredenheid over mezelf, nog zoveel te leren valt… Niet omdat dat moreel ‘beter’ zou zijn, maar omdat ik de effecten ervan zo prettig vind: een bepaalde rust en kracht die me helpen om uitdagende situaties met creativiteit tegemoet te treden. Woede, paniek, onmacht of haat die ik niet opmerk in mijn denken en doen, gaan ten koste van veiligheid en verbinding. En die veiligheid en verbinding zijn wel van belang om zorg te hebben voor iedere behoefte.

Martin Luther King jr. schreef hierover in 1958: “Geweldloos verzet vermijdt zowel ‘extern fysiek geweld’ als ‘innerlijk geweld van de geest’: de geweldloze verzetspersoon weigert niet alleen om zijn tegenstander neer te schieten maar hij weigert ook om hem te haten.” De aansporing van Luther King jr. betekent voor mij niet dat ik dit ook alleen moet doen. De hulp van een aantal liefdevolle ‘crap-detectors’ houdt mijn voeten op de grond en mijn hart zacht! En dat helpt me dan weer om me opnieuw te verbinden met die motorrijders, de telemarketeer en iedereen die anders denkt dan ik over COVID-19 en andere wereldproblemen.

Christiaan

Lees hier meer over de Verdere Verdiepingsreeks die Christiaan samen met Dionne Verbeet geeft of bekijk het filmpje.